Levenslange gevangenisstraf voor Syrische marteldokter: gerechtigheid voor de slachtoffers!
Een Syrische arts is veroordeeld tot levenslang wegens marteling en moord voor het Assad-regime. Uitspraak op 16 juni 2025 in Frankfurt.

Levenslange gevangenisstraf voor Syrische marteldokter: gerechtigheid voor de slachtoffers!
Het Oberlandesgericht Frankfurt heeft vandaag, 16 juni 2025, een baanbrekend vonnis gewezen. De 40-jarige Syrische arts Alaa M. is veroordeeld tot levenslange gevangenisstraf. Hij werd veroordeeld voor zijn rol bij het martelen en doden van tegenstanders van het regime namens het Assad-regime in Syrië. De voorzitter wees op de bijzondere ernst van zijn schuld, die niet alleen tot een levenslange gevangenisstraf leidt, maar ook tot preventieve hechtenis.
Het strafproces tegen Alaa M. sleept zich al ruim drie jaar voort. Het federaal parket had levenslange gevangenisstraf, preventieve hechtenis en een beroepsverbod geëist. De arts werd ervan beschuldigd te hebben gewerkt als assistent-arts in militaire ziekenhuizen in Homs en Mezzeh en in een gevangenis in 2011 en 2012. Gedurende deze tijd zou hij verantwoordelijk zijn geweest voor het doden van ten minste twee mensen en het ernstig verwonden van negen anderen, terwijl hij leden van de oppositie wreed behandelde. Alaa M. ontkende deze aantijgingen tot het einde en omschreef zichzelf als onschuldig, hoewel slachtoffers hem herkenden in een tv-documentaire, die leidde tot zijn arrestatie in 2020.
Marteling en misdaden tegen de menselijkheid
De aantijgingen tegen Alaa M. zijn van ernstige aard. Hij wordt ervan beschuldigd de martelingen en moorden te hebben georganiseerd als onderdeel van een systeem dat erop gericht is de protesten tegen het Assad-regime op brute wijze neer te slaan. Dit gebeurde in de beginjaren van de Syrische burgeroorlog, die begon in maart 2011 en duurde tot 8 december 2024. Volgens rapporten van organisaties als Human Rights Watch en de VN-Mensenrechtenraad zijn misdaden tegen de menselijkheid aan de orde van de dag. De brutaliteit van de Syrische veiligheidstroepen werd in 2011 al gedocumenteerd door internationale organisaties, wat ertoe leidde dat het neerslaan van de protesten werd gekwalificeerd als een “misdaad tegen de menselijkheid”.
Het vonnis tegen Alaa M. maakt duidelijk dat folteraars niet ongestraft kunnen blijven. Het proces maakt deel uit van een groter juridisch kader dat landen in staat stelt misdaden tegen de menselijkheid te vervolgen, zelfs als deze in het buitenland zijn gepleegd. Duitsland heeft hier een voortrekkersrol op zich genomen en het beginsel van universele jurisdictie in zijn rechtssysteem geïmplementeerd. Dit betekent dat misdaden onder het internationaal recht kunnen worden onderzocht en vervolgd, zelfs als de misdaden buiten het land hebben plaatsgevonden.
Rechtsstaat in Syrië
Na de burgeroorlog blijven veel vragen onbeantwoord, vooral met betrekking tot de juridische afhandeling van de misdaden in Syrië. Het Internationaal Strafhof kan alleen optreden als de feiten zijn gepleegd op het grondgebied van een verdragsluitende staat, wat in dit geval niet van toepassing is omdat Syrië niet is toegetreden tot het Statuut van Rome. Pogingen om Syrië over te dragen aan het ICC mislukten in 2014 vanwege het vetorecht van Rusland en China.
Er is echter een sprankje hoop: het beginsel van universele rechtvaardigheid heeft ertoe geleid dat in Europa steeds meer procedures worden gestart tegen vermoedelijke daders van het Syrische conflict. Het Koblenz al-Khatib-proces was het eerste ter wereld dat ging over marteling door de Syrische staat en misdaden tegen de menselijkheid. Andere Europese landen zijn ook begonnen soortgelijke processen uit te voeren en de verantwoordelijken ter verantwoording te roepen, wat wijst op een groeiende bereidheid om historische verantwoordelijkheid aan te pakken.
De veroordeling van Alaa M. is een duidelijk signaal dat de internationale rechtsgemeenschap de misdaden uit het verleden zal aanpakken – en dat ook in de toekomst zal blijven doen. Dergelijke procedures kunnen deels een boodschap van hoop worden dat gerechtigheid tot op zekere hoogte ook mogelijk is voor de slachtoffers in Syrië, ongeacht hoe ver de politieke ontwikkelingen in hun thuisland zijn gevorderd. Wat er daarna gaat gebeuren en of er nog meer daders ter verantwoording zullen worden geroepen valt nog te bezien, maar het rechtssysteem in Duitsland laat zien dat de weg naar gerechtigheid ook over de grenzen heen voert.
Voor meer informatie over het proces en de achtergrond van de Syrische mensenrechtensituatie kunt u ook Hessenschau, FFH en het Federaal Agentschap voor Burgereducatie lezen.