Rudolph luidt de noodklok: de eisen van vrije kiezers op het gebied van openbaar vervoer zijn onrealistisch!

Rudolph luidt de noodklok: de eisen van vrije kiezers op het gebied van openbaar vervoer zijn onrealistisch!

In een verhitte discussie bekritiseerde Günter Rudolph, de voorzitter van de SPD-deelraadsgroep, scherpe kritiek op de vrije kiezers in het district Schwalm-Eder. De aanleiding voor zijn uitspraken was de eis van de Vrije Kiezers dat de Noord-Hessische Transportvereniging (NVV) in de toekomst kostendekkend moet opereren. Rudolph schudt hier alleen maar zijn hoofd over en beschrijft de eis als “avontuurlijk en volkomen onrealistisch”.
“Openbaar vervoer is een hoeksteen van openbare diensten”, zegt Rudolph, waarbij hij benadrukt dat mensen op het platteland ook recht hebben op mobiliteit. Deze toegang is vooral van belang voor degenen die niet meer zelfstandig kunnen of willen autorijden.

De NVV, opgericht in 1995, heeft zich sindsdien moeten inzetten voor het doel van het bundelen en standaardiseren van het lokale openbaar vervoer in Noord-Hessen. Niettemin staan ​​de verantwoordelijken voor grote uitdagingen. De infrastructuur is vervallen, er is personeelstekort en er zijn regelmatig annuleringen en vertragingen. Marian Volmer, directeur van de NVV, wijst op de urgentie van investeringen om het lokale vervoer interessant te houden voor burgers. De NVV ontvangt haar financiering deels uit regionaliseringsfondsen van de federale overheid, subsidies van Hessen en bijdragen van de ondersteunende gemeenten, en organiseert het openbaar vervoer namens de districten, de stad Kassel en de deelstaat Hessen. Hierdoor ontstaat een belangrijke structuur om de levensomstandigheden tussen stad en platteland te verbeteren.

Mobiliteit op het platteland

De uitdaging op het platteland is al complex. Volgens een analyse wordt ongeveer 60% van alle routes in plattelandsgebieden per auto of ander motorvoertuig afgelegd; individueel gemotoriseerd vervoer overheerst hier. Veel gemeenschappen hebben te kampen met een onaantrekkelijke openbaarvervoerdienst, die wordt gekenmerkt door een trage frequentie en ontoereikende diensttijden. Deze omstandigheden leiden niet alleen tot een verhoogde CO2-uitstoot, maar ook tot een groeiend mobiliteitsprobleem voor bepaalde bevolkingsgroepen, vooral senioren en mensen met een laag inkomen. Het gebrek aan toegang tot banen, scholen en winkelmogelijkheden heeft een negatief effect op de levenskwaliteit in plattelandsgebieden.

“Het is duidelijk dat nieuw mobiliteitsaanbod nodig is om de problemen op te lossen”, zeggen experts. Innovatieve vervoersconcepten en aanbiedingen zoals de RegioTram, Mobilfalt en het specialistische centrum voor landelijke mobiliteit zijn de eerste stappen in de goede richting. Projecten om autonome minibussen te implementeren kunnen op de lange termijn ook helpen; deze zijn bedoeld om de beschikbaarheid van openbaar vervoer te verbeteren en tegelijkertijd de mobiliteit van mensen met een handicap mogelijk te maken. Er zijn echter duidelijke juridische en technische aanpassingen nodig om deze nieuwe oplossingen te kunnen implementeren.

Investeringen als sleutel tot de toekomst

Om het lokale openbaar vervoer in Noord-Hessen toekomstbestendig te maken, roept Rudolph op tot investeringen in infrastructuur, digitalisering en personeel. Hij stelt dat een kostendekkende economie niet te rijmen valt met een alomvattend aanbod op het platteland. Hij en zijn SPD-kameraden beschuldigen de Vrije Kiezers hiervan, wier eisen geen enkele serieuze interesse in het functioneren van het openbaar vervoer weerspiegelen. Meer dan ooit wordt de regio geconfronteerd met de uitdaging om een ​​aantrekkelijk openbaar vervoersaanbod te ontwikkelen dat tegemoetkomt aan de behoeften van alle burgers.

De toekomst van de NVV is dan ook nauw verbonden met het efficiënt transformeren van het lokale vervoer; de koers moet nu worden gezet. Mobiliteit voor iedereen en het garanderen van barrièrevrij en aantrekkelijk openbaar vervoer zijn essentieel voor de levenskwaliteit in Noord-Hessen, vooral in een tijd waarin plattelandsgebieden kampen met emigratie en afnemende banen.